Thursday 2 October 2008

Racen met een rolstoel

Josephine Vermeer* werkt als kleuterleidster in een revalidatiecentrum. Hier worden kinderen van verschillende origine met blijvende of tijdelijke mentale en fysieke letsels begeleid. Josephine geeft les aan de kleinsten met een mentale leeftijd van 2,5 jaar. DIVERSe had een kort gesprek met deze zeer geduldige vrouw.

Waarom doet u deze job zo graag?

J.V.: Omdat het zo’n mooie, uitdagende job is die steeds blijft boeien. Uiteraard is het vaak zwaar en vraagt het veel inzet. Maar wat je terugkrijgt is onbetaalbaar. De vriendschap van de kinderen en die eeuwige dankbaarheid van de ouders. Je zet je tenslotte in voor hun zorgenkind.

Iedereen is anders

Zijn ouders van allochtone kinderen bezorgder dan
Belgische ouders?

J.V.: (denkt na) Ouders zijn altijd bezorgd. Dat is nu eenmaal het lot van ouder te zijn. Ze hebben misschien amper de handicap verwerkt (sommige kinderen worden op latere leeftijd gehandicapt wegens een ongeval, nvdr.) en nu wordt er plotseling van hen verwacht hun kind
achter te laten. Zoiets is voor elke ouder moeilijk. Maar bij allochtone ouders komt het taalprobleem opduiken. Ze beheersen het Nederlands vaak niet voldoende en kunnen dus ook geen gerichte vragen stellen. Daarom worden ze vaak vergezeld van een oudere
broer of zus die voor hen tolkt. Op die manier blijft het contact met de ouders bewaard en kan ik ze geruststellen.

Is er meer contact met de rest van de familie bij allochtone gezinnen?
J.V.: Ja, dat is wel opvallend. Bij een groot allochtoon gezin komen alle broertjes en zusjes mee om het kind op te halen voor het weekend. Dat gebeurt veel minder bij Belgische gezinnen. Onlangs zag ik voor het oudercontact zelfs een oom van één van mijn allochtone kleuters. Zijn ouders konden niet komen. Zoiets zie ik nog niet meteen gebeuren bij Belgen.

Denkt u dat allochtone kinderen met een handicap het zwaarder hebben dan Belgische kinderen met een handicap?
J.V.: Ik kan enkel over deze schoolsituatie spreken, maar hier gaan de kinderen erg solidair om met elkaar. Zelfs bij de iets oudere kinderen merk je geen pestgedrag. Dat bestaat hier niet. Alle
kinderen hier zijn immers anders.

Vindt u dat de overheid de burger meer zou moeten sensibiliseren?
J.V: Het is vooral belangrijk om te beseffen dat deze gehandicapten erg bijzondere én gelukkige mensen zijn. Vaak denkt men dat een handicap gelijk staat aan ongelukkig zijn. Maar ik zie de glimlach op hun gezichtjes elke dag. Ik zie ze racen met hun rolstoel en spelen
met een bal. Deze kinderen zijn zeker niet minder gelukkig dan ‘gewone’ kinderen.

MARLIES BECKERS

*Om de anonimiteit van de getuige te respecteren gebruikte DIVERSe een fictieve naam.

De foto’s zijn louter illustratief.

No comments: